Woordvolgorde
De woordvolgorde in Engelse zinnen is meestal als volgt:
Wie Doet Wat / Wie Waar Wanneer
Onderwerp
Gezegde / Werkwoorden
Lijdend / Meewerkend voorwerp
Plaatsbepaling
Tijdsbepaling
Billy went to his friend next door five minutes ago
I drink a glass of soda at school every day
Bepalingen (van tijd en plaats) staan meestal achteraan maar kunnen ook vooraan staan (dit doe je dan om daar de nadruk op te leggen).
Five minutes ago Billy went to his friend
De vaste regel is: Plaats staat altijd vóór tijd!
Vragen
Bij vragen begin je niet met het onderwerp maar met een vragend voornaamwoord en/of een (hulp)werkwoord. Daarna pas het onderwerp:
Are you a fool?
Can he speak Spanish?
Bijwoorden (van tijd)
Bijwoorden (bijvoorbeeld; usually, often, completely, quite, etc.) staan meestal ergens midden in de zin:
- Één werkwoord in de zin = bijwoord voor het werkwoord
- Enige werkwoord in de zin vorm van to be = na de vorm van to be.
- Groepje van twee of meer WW = er tussen in. Het Bijwoord voor het hoofdwerkwoord (en dus na het hulpwerkwoord / de hulpwerkwoorden).
Here you can practice woordvolgorde;
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences2.htm
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences4.htm
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences5.htm
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences6.htm
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences7.htm
Much, many, a little ...
Uitleg
Als we willen aangeven om hoeveel iets gaat, dus hoeveelheden willen aangeven, kunnen we de volgende woorden gebruiken: many, much, a lot of, (a) little & (a) few.
Denk maar aan zinnen als: How many apples do you want to buy? I want to eat a lot of ice cream. He has very little money left.
Hoe je moet bepalen of je many, much of a lot of moet gebruiken en hoe je moet kiezen tussen (a) little en (a) few, leggen we je uit in dit onderwerp.
Methode
Many, much & a lot of
Deze woorden betekenen allemaal veel.
We kijken eerst naar het verschil tussen many & much. Kijk maar naar de volgende zinnen:
- How many bananas can you eat?
- How many friends did you bring to the party?
- How much water did he drink?
- Was there much rain in the afternoon?
Als je goed kijkt naar het zelfstandig naamwoord achter much of many (waar much of many over gaat), zie je dat je de woorden achter many (bananas en friends) kunt tellen! Ze hebben dus een enkelvoud én een meervoud. Dat geldt niet voor de woorden achter much (water en rain), deze woorden kun je niet tellen. Deze woorden noemen we uncountable nouns. In de afbeelding zie je een overzicht van een aantal bekende uncountable nouns.
Je gebruikt much en many alleen bij vragen (?) en ontkennende zinnen (-). Je gebruikt a lot of alleen bij positieve zinnen (+).
(?) Why did you eat many cookies before lunch?
(?) Do you have much homework to make?
(-) She doesn't have many things to do.
(-) No, I don't want much advice from you!
(+) I want to do a lot of exercises if that is possible.
(+) I have a lot of luggage to carry.
Little & few
Deze woorden betekenen allebei weinig.
We kijken eerst naar het verschil tussen little & few. Kijk maar naar de volgende zinnen:
- There are very few cupcakes left.
- She has little sugar at home.
Je gebruikt few bij telbare zelfstandige naamwoorden (bijv. cupcakes), en little bij zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen (bijv. sugar).
Wanneer a few of few, en wanneer a little of little?
Je gebruikt a few als het positief is wat je zegt (betekenis = een paar, een beetje) en je gebruikt few als het negatief is wat je zegt (betekenis = weinig, bijna geen).
- Don't worry guys. I have a few dollars in my pocket.
--> Positieve zin: Geen zorgen jongens. Ik heb een paar dollars in mijn zak.
- Oh no! I only have few dollars in my pocket!
--> Negatieve zin: Oh nee! Ik heb bijna geen dollars in mijn zak!
Je gebruikt a little als het positief is wat je zegt (betekenis = een paar, een beetje) en je gebruikt little als het negatief is wat je zegt (betekenis = weinig, bijna geen).
- Yeah! I found a little gold in the river!
--> Positieve zin: Yes! Ik heb een beetje goud gevonden in de rivier!
- Too bad. I found little gold in that lake.
--> Negatieve zin: Balen. Ik heb bijna geen goud gevonden in dat meer.
In de afbeelding zie je een stappenplan van hoe je erachter kunt komen welk woord je moet gebruiken.
Vuistregels
- Als je een woord kunt tellen, gebruik je many
- Als je een woord niet kunt tellen, gebruik je much
- Je gebruikt much en many alleen bij vragen (?) en ontkennende zinnen (-)
- Je gebruikt a lot of alleen bij positieve zinnen (+)
- Als je een woord kunt tellen, gebruik je few
- Als je een woord niet kunt tellen, gebruik je little
- Je gebruikt a few / a little als het positief is wat je zegt (betekenis = een paar, een beetje)
- Je gebruikt few / little als het negatief is wat je zegt (betekenis = weinig, bijna geen)
Here you can practice much, many, a little ...
https://www.grammarbank.com/a-little-a-few-exercise.html
https://www.ego4u.com/en/cram-up/vocabulary/little-few/exercises?03
http://www.adelescorner.org/grammar/much_many/much_many.html
https://www.english-grammar.at/online_exercises/quantifiers/qf008-much-many.htm
https://www.englishexercises.org/makeagame/viewgame.asp?id=2117
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/confusing_words/much_many5.htm
http://www.better-english.com/easier/howmuch.htm
https://elt.oup.com/student/solutions/preint/grammar/grammar_03_012e?cc=nl&selLanguage=nl
https://www.grammar.cl/Games/Much_Many_Lot_Few.htm
Question tags
Uitleg
Aangeplakte vragen gebruik je om bevestiging te vragen. Je kent het ook wel in het Nederlands, denk maar aan: We gaan morgenochtend al weg, toch? Heb je zin om daarheen te gaan, of niet? Jij bent daar nooit geweest, of wel?
In het Engels worden aangeplakte vragen (question tags) ook gebruikt. Hoe dat precies werkt leggen we je uit in dit onderwerp.
Methode
Aangeplakte vragen gebruik je om bevestiging te vragen. Bij een aangeplakte vraag in het Engels wordt het onderwerp en het werkwoord herhaald. Oftewel om wie het gaat en waarover.
Als de zin bevestigend is, is de aangeplakte vraag ontkennend:
- His friend is nice, isn't he?
- These castles are really old, aren't they?
Na een zin met "I am" gebruik je in de aangeplakte vraag "aren't I".
- I am clever, aren't I?
Als de zin ontkennend is, is de aangeplakte vraag bevestigend:
- They can't help us, can they?
- He isn't here right now, is he?
Als er in de zin een vorm staat van to be (am / are / is) of een hulpwerkwoord (zoals have / can / should / may / will), herhaal je die vorm in de aangeplakte vraag:
- The holiday is fantastic, isn't it?
- They have been playing all day, haven't they?
- They should take some time off, shouldn't they?
- They would like to win, wouldn't they?
In alle andere gevallen gebruik je de "dummy-do":
- They never talk about money, do they?
- She loves him, doesn't she?
- John moved to Italy, didn't he?
Vuistregels
- Als de zin bevestigend is, is de aangeplakte vraag ontkennend
- Als de zin ontkennend is, is de aangeplakte vraag bevestigend
- Als er in de zin een vorm staat van to be (am / are / is) of een hulpwerkwoord (zoals have / can / should / may / will), herhaal je die vorm in de aangeplakte vraag
- In alle andere gevallen gebruik je de "dummy-do"
Here you can practice the question tags
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/questions/question_tags2.htm
http://www.adelescorner.org/grammar/qtags/qtags_positive.html
http://www.adelescorner.org/grammar/qtags/qtags_negative.html
https://www.perfect-english-grammar.com/question-tags-exercise-1.html
http://www.learnenglishfeelgood.com/english-tag-questions-exercise1.html
http://www.adelescorner.org/grammar/qtags/qtags_past_tense.html
https://learningapps.org/187038
https://speakspeak.com/english-grammar-exercises/intermediate/questions-tags
https://www.esl-lounge.com/student/grammar/2g16-question-tags-exercise.php
Maak jouw eigen website met JouwWeb